W.O.: Rivieren en kanalen
Hilde Vorsselmans - VBS Merksplas
Heb je je les goed geleerd over rivieren en kanalen in België? Vul de tekst aan. Let op de juiste schrijfwijze!
1. Waterlopen
Waterlopen kunnen ontstaan door
- het afvloeien van
langs
.
- door
dat langs een
aan de oppervlakte komt.
Als je een waterloop volgt van de brond tot aan de monding, dan ga je
.
Een
is een lus in een waterloop.
Alle rivieren stromen niet even snel. Dat hangt af van het
tussen
en
. Dat hoogteverschil noemen we het
.
In het
van ons land is de bevaarbaarheid van de rivieren het grootst. Dat komt doordat het verval er
is en de rivieren
zijn.
Om het verval weg te werken, bouwt men
.
Sommige rivieren moet men
om ze bevaarbaar te maken. Dat betekent:
- grote
rechttrekken.
- de
uitdiepen.
-
bouwen.
-
aanleggen.
2. Stroomgebieden
Ons land heeft drie stroomgebieden: het
, het
en het
. Daarvan zijn de eerste twee het belangrijkst.
De
tussen deze twee stroombekkens loopt door Merksplas. Je ziet dit duidelijk in het landschap op de Steenweg op
. Het water uit de
vloeit naar de
en zo naar de
.
Trage, rustige rivieren noem je
. Ze behoren tot het
en
.
Snelle, wilde rivieren noem je
. Ze behoren tot het
.
Een rivier waarin de werking van de getijden (
en
) merkbaar is, noem je een
. De
is zo'n rivier.
Controleer
Hint
OK