WW: Werkwoordenquiz 2
Hilde Vorsselmans - VBS Merksplas
Duid de juiste vorm van het werkwoord aan. Denk aan je werkwoordschema!
Er werd voor de kleinsten een verhaaltje ... .
- vertelt
- verteld
- geverteld
Terecht ... hij het vonnis.
- vreezde
- vreesden
- vreesde
Vele vliegtuigen ... op Zaventem.
- landde
- landen
- lande
Heeft het eten u ...?
- gesmaakt
- gesmaken
- gesmoekt
... jij je verontschuldigingen aan?
- Bied
- Biedt
- Biet
De auto stond fout ... .
- verparkeerd
- geparkeert
- geparkeerd
Voor wie ... je mij wel, kerel?
- houdde
- hield
- hieldt
Als je nu een brief ..., komt hij nog op tijd.
- schreef
- schrijft
- schrijf
Is de deur al ...?
- gevervd
- geverfd
- geverft
Wie ... er brand in het bos?
- stichtte
- stichte
- stichtten