Thema 17: Doen of zijn

Hilde Vorsselmans - VBS Merksplas

Onderzoek de volgende zinnen.
- Noteer het onderwerp. Let op hoofdletters!
- Schrijf alle werkwoorden op.
- Zoek uit of het gaat om een werkwoordelijk (ww.) of een naamwoordelijk (nw.) gezegde.
1. Ook vandaag staan An en Bob voor de badkamerdeur heen en weer te trippelen.
onderwerp:
werkwoord(en):
gezegde

2. An wordt ongeduldig.
onderwerp:
werkwoord(en):
gezegde

3. De sneetjes wippen zo uit de broodrooster.
onderwerp:
werkwoord(en):
gezegde

4. Papa rent de badkamer uit.
onderwerp:
werkwoord(en):
gezegde

5. De presentator heeft zojuist de nieuwste plaat van Jack Haarteveel aangekondigd.
onderwerp:
werkwoord(en):
gezegde

6. De zekeringen zijn waarschijnlijk stuk.
onderwerp:
werwoord(en):
gezegde

7. Krijg ik mijn chocolademelk, ma?
onderwerp:
werkwoord(en):
gezegde

8. Ma kijkt An grijnzend aan.
onderwerp:
werkwoord(en):
gezegde

9. Hoe kan ik nu je melk opwarmen zonder elektriciteit?
onderwerp:
werkwoord(en):
gezegde

10. Ondertussen gaat paps naar de meterkast.
onderwerp:
werkwoord(en):
gezegde

11. Even later flitsen alle lichten aan.
onderwerp:
werkwoord(en):
gezegde

12. De broodrooster is zeker de oorzaak van alle ellende.
onderwerp:
werkwoord(en):
gezegde