U18: Werkwoorden herhalen

Hilde Vorsselmans - VBS Merksplas

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
1. wij maken:
2. jullie kopen:
3. dat kost:
4. ik bezoek:
5. zij wonen (vr.):

6. jij gaat:
7. hij bekijkt:
8. zij heeft:
9. zij stappen over (m.):
10. wij zijn: