U14: Werkwoorden herhalen

Hilde Vorsselmans - VBS Merksplas

Vertaal deze werkwoorden juist. Denk bij werkwoorden op -ER aan de stam en de uitgang!
1. hij heet:
2. jullie dragen:
3. wij zingen graag:
4. ik luister:
5. jij zingt:
6. zij vertelt:
7. u heet:
8. zij stellen (m.):
9. jij heet:
10. zij zijn (vr.):